Het is officieel: de VAR-verklaring verdwijnt en de modelovereenkomst neemt zijn plaats in. Met deze overeenkomsten moeten schijnzelfstandigen worden aangepakt. Maar wat betekent dit voor jou als ZZP’er? Waar moet je rekening mee houden? Vijf vragen over de nieuwe wet.

1. Wanneer gaat de wet in?
Vanaf 1 mei 2016 gaan de modelovereenkomsten in en verdwijnt de VAR-verklaring. Tot die tijd blijft je VAR van 2014, 2015 en 2016 geldig.

Een nieuwe VAR aanvragen is alleen nodig als je andere werkzaamheden gaat uitvoeren dan de huidige, onder andere omstandigheden of voorwaarden gaat werken, of als je nog geen VAR hebt. De VAR is geldig tot 1 mei 2016.

Tot 1 mei 2017 is er een implementatietermijn, waarin opdrachtgevers en -nemers eventueel hun werkwijze kunnen aanpassen om met de nieuwe overeenkomsten te kunnen werken. In die periode houdt de Belastingdienst wel toezicht, maar neemt geen repressieve handhavingsmaatregelen. Overduidelijke gevallen van fraude worden wel aangepakt.

2. Wat moet ik doen?
Na 1 mei zijn alleen modelovereenkomsten nog geldig, die de VAR-verklaringen vervangen. De Belastingdienst heeft al diverse overeenkomsten op de website staan die gebruikt kunnen worden als je het werk onder dezelfde voorwaarden als in de overeenkomst beschreven staan, uitvoert. Deze overeenkomsten zijn al goedgekeurd door de Belastingdienst en zijn gratis te downloaden en te gebruiken.

De overeenkomst moeten ondertekend worden door de opdrachtgever en –nemer, waarna de opdrachtgever geen loonheffingen hoeft in te houden en te betalen. Er zijn echter diverse sectoren waar nog geen modelovereenkomst voor is. De komende tijd publiceert de Belastingdienst nog nieuwe overeenkomsten, maar je kunt ook zelf een modelovereenkomst opstellen en voorleggen aan de Belastingdienst. Hoe dat werkt lees je hier.

Je hoeft geen nieuwe overeenkomst bij iedere opdracht te tekenen, de overeenkomsten zijn geldig voor één opdrachtgever en maximaal vijf jaar.

3. Welke soorten modelovereenkomsten zijn er?
De Belastingdienst heeft de overeenkomsten ingedeeld in drie categorieën.

De eerste categorie heet ‘algemene modelovereenkomsten’ en bestaat uit overeenkomsten die zijn opgesteld en aangeboden door externe partijen, soms in samenwerking met de Belastingdienst. Hiermee zijn bijna alle arbeidrelaties gedekt waarbij er geen sprake is van een dienstbetrekking. Om wat voor werk het gaat en in welke branche is niet van belang.

Ook zijn er voorbeeldovereenkomsten voor branches en beroepsgroepen, die door sectoren en belangenorganisaties aan de Belastingdienst zijn voorgelegd. Deze overeenkomsten zijn bedoeld voor iedereen die werkt volgens de voorwaarden van een branche of beroepsgroep.

Als laatste zijn er individuele overeenkomsten, die door of namens een individuele opdrachtgever of –nemer zijn voorgelegd aan de Belastingdienst. Hiermee kun je gebruik van maken als je werkt onder dezelfde omstandigheden en in hetzelfde beroep.

4. Is een modelovereenkomst verplicht?
Net als bij de VAR-verklaring is het niet verplicht om een modelovereenkomst te gebruiken. Nadeel hiervan is dat de opdrachtgever dan niet zeker weet of hij geen loonheffingen moet inhouden en betalen, maar dit zelf moet bepalen. Welke bepalingen daarbij een rol spelen, lees je hier. Het kan zijn dat de Belastingdienst achteraf toch besluit dat de opdrachtgever loonheffingen moest inhouden en betalen, en er een boete volgt.

Ook is het niet verplicht om een modelovereenkomst voor te leggen aan de Belastingdienst. Hier zitten echter dezelfde risico’s aan als bij het niet gebruiken van een modelovereenkomst.

5. Als ik een modelovereenkomst gebruik, ben ik dan ondernemer volgens de Belastingdienst?
Modelovereenkomsten zeggen helemaal niets over de Belastingdienst je inkomsten ziet. Dit wordt pas beoordeeld bij de aangifte inkomstenbelasting. Op dat moment beslist de Belastingdienst of je inkomsten winst uit onderneming of het resultaat uit overige werkzaamheden zijn.

Waar de modelovereenkomst wel iets over zegt, is over de loonheffingen. Het is dus geen garantie van ondernemerschap. Bovendien kan de Belastingdienst oordelen dat de opgave onjuist is, en dan kun je een naheffing krijgen. Staat in de overeenkomst dat de opdrachtgever ook aansprakelijk is, kan hij ook een naheffing krijgen.